Transitievergoeding bij ontslag langdurig zieke werknemer

Als werkgevers worden geconfronteerd met een langdurig zieke werknemer, levert dat vaak fikse financiële lasten op.

Verplichtingen van de werkgever bij ziekte

Werkgevers zijn wettelijk verplicht om 2 jaar lang minimaal 70% van het salaris (tot maximum dagloon) door te betalen. In diverse CAO’s ligt dit percentage zelfs hoger. Daarnaast komen de kosten voor verzuimbegeleiding voor rekening van de werkgever. Denk hierbij aan kosten voor de bedrijfsarts, de arbeidsdeskundige en overige re-integratiekosten, zoals kosten van een 2e spoor re-integratie. Hiermee leverde langdurige ziekte van een werknemer al vóór de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in 2015 een groot financieel risico op.

Transitievergoeding bij ziekte

Sinds 1 juli 2015 is hier nog een financieel risico bij gekomen. Sindsdien heeft de werknemer die twee jaar in dienst is geweest bij ontslag recht op de wettelijke transitievergoeding. Ook de zieke werknemer van wie de arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte door de werkgever wordt beëindigd, heeft nu recht op deze transitievergoeding. In de WWZ is hiervoor geen uitzondering gemaakt.

In grote lijnen bedraagt de transitievergoeding voor de eerste 10 jaar van het dienstverband per half jaar een zesde van het maandsalaris. Voor de jaren na het tiende dienstjaar heeft de werknemer per half jaar recht op een kwart van het maandsalaris. De transitievergoeding bedraagt per 2017 maximaal € 77.000,00, of één jaarsalaris indien dit hoger is.

En let op: de transitievergoeding voor een zieke werknemer wordt niet berekend op het tijdens de periode van ziekte betaalde gedeeltelijke salaris (70%), maar op basis van 100% van het bruto maandsalaris, vermeerderd met eventuele aanvullende loonbestanddelen. Denk bijvoorbeeld aan een eindejaarsuitkering.

Op de transitievergoeding mogen onder strenge voorwaarden zogenaamde transitie- en inzetbaarheidskosten in mindering worden gebracht. Maar dit geldt niet voor de re-integratiekosten. Deze mogen dus niet op de transitievergoeding in mindering worden gebracht.

De slapende arbeidsovereenkomst

Veel werkgevers ervaren het als onrechtvaardig dat zij bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid een transitievergoeding moeten betalen. Zij hebben immers al twee jaar salaris doorbetaald én re-integratiekosten gemaakt.

Om de verplichting tot betaling van de transitievergoeding na 2 jaar ziekte te vermijden, kiezen veel werkgevers er daarom voor, om de arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte niet te beëindigen, maar deze te laten voortduren. De arbeidsovereenkomst wordt zo als het ware ‘slapend’ in stand gelaten. Slapend, omdat de werkgever na 2 jaar ziekte geen salaris meer hoeft te betalen en de werknemer – zolang hij ziek is – geen werkzaamheden meer hoeft te verrichten. In zo’n geval wordt ook wel gesproken van een ‘krachteloze’ arbeidsovereenkomst.

Naar de huidige stand van de rechtspraak kan een werkgever niet gedwongen worden om een arbeidsovereenkomst met een langdurig zieke werknemer na 2 jaar ziekte te beëindigen. Er zijn in de rechtspraak meerdere gevallen bekend waarbij arbeidsongeschikte werknemers hebben aangevoerd dat een werkgever die een arbeidsovereenkomst ‘slapend’ houdt ernstig verwijtbaar handelt en daarmee alsnog de transitievergoeding verschuldigd wordt. Volgens de rechter rust er op werkgevers echter geen verplichting om de arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte te beëindigen.

Aan het slapend houden van een arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte zijn overigens wel risico’s verbonden. De kans bestaat dat een werknemer toch herstelt. Hij kan zich dan weer bij de werkgever melden om zijn werk te hervatten. De werknemer heeft dan ook weer recht op zijn volledige salaris. De arbeidsovereenkomst bestaat immers nog. Dit levert vooral een risico op indien de werkgever inmiddels een andere werknemer heeft aangenomen voor die functie. De werkgever zit dan met dubbele kosten.

Ook moeten werkgevers zich realiseren dat ook de jaren dat de arbeidsovereenkomst slapend wordt gehouden meetellen bij de berekening van de transitievergoeding indien de arbeidsovereenkomst later alsnog door de werkgever wordt beëindigd.

Reparatiewetgeving WWZ

De ontwikkeling dat werkgevers er voor kiezen een arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte slapend wordt gehouden, wordt als niet wenselijk ervaren.

Inmiddels heeft minister Asscher daarom een wetsvoorstel ingediend met een compensatieregeling. Daarbij worden de werkgevers voor betaling van de transitievergoeding aan een langdurig zieke werknemer grotendeels gecompenseerd door het UWV. Het UWV verhaalt de kosten vervolgens weer op het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier staat echter wel een verhoging van de uniforme Afw-premie tegenover. In zoverre gaat het hier dus een beetje om een sigaar uit eigen doos. Verder wordt er aan gedacht de compensatie met terugwerkende kracht te laten ingaan per 1 juli 2015.

Volgens de minister zal er als gevolg van het wetsvoorstel voor werkgevers geen aanleiding meer bestaan om een arbeidsovereenkomst met een langdurig zieke werknemer slapend in stand te houden om de transitievergoeding niet te hoeven te betalen. Of dat inderdaad zo is, hangt echter uiteindelijk af van de hoogte van de compensatie vanuit het Awf en de gevolgen voor de verhoging van de uniforme premie. Verder zal de wijziging naar verwachting pas per 1 januari 2018 in werking treden.

Hoe kan Bowmer & Nuiten u helpen?

Al met al blijft er vooralsnog sprake van een onbevredigende situatie, zowel voor de werkgever als voor de werknemer. De praktijk heeft behoefte aan duidelijkheid. Die is echter nog niet op korte termijn te verwachten. Totdat de reparatiewetgeving een feit is, zullen werkgevers en werknemers nog steeds moeilijke keuzes moeten maken.

Bowmer & Nuiten adviseert zowel werkgevers als werknemers graag bij de in voorkomend geval te maken keuzes. Jaap Wijnja en Elzemieke Schouten van ons kantoor staan u graag te woord. Neem met hem contact op voor een vrijblijvende afspraak.

Neem contact op