Pensioen en echtscheiding

De echtscheiding is achter de rug, maar hoe zit het nu met de tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten? Daarbij is van belang wanneer u gescheiden bent. Vóór 30 april 1995 gold namelijk een andere regeling voor verdeling van het pensioen.

Wet verevening Pensioenrechten bij Scheiding

Bent u gescheiden na 30 april 1995, dan geldt automatisch de Wet verevening Pensioenrechten bij Scheiding. Maakt u bij de echtscheiding geen afwijkende afspraken, dan geldt op basis van deze wet dat het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd altijd wordt verevend. Een deel van het pensioen wordt door de pensioenuitvoerder gereserveerd voor de andere partner en na pensionering van de partij aan wie het pensioen toekomt, kan hier aanspraak op worden gemaakt.

Alleen wanneer uitdrukkelijk in een schriftelijke overeenkomst, bijvoorbeeld een echtscheidingsconvenant, van de verevening wordt afgezien, geldt de verevening niet. Ook kan verevening van pensioenrechten reeds in huwelijksvoorwaarden zijn uitgesloten. Partijen kunnen bijvoorbeeld de gelding van de wet geheel uitsluiten, zodat er geen verdeling van het pensioen plaatsvindt, of partijen kunnen er voor kiezen bepaalde pensioenen wel en bepaalde pensioenen niet verdelen. Een van de alternatieve methodes van verdeling is de conversie.

Conversie
Bij verevening van het pensioen blijft het pensioen van de pensioengerechtigde verbonden met het verevende pensioen. Gesteld dat de pensioengerechtigde voor zijn pensioendatum komt te overlijden, dan heeft de langstlevende geen recht meer op ouderdomspensioen, wel meestal op het lagere nabestaandenpensioen. Andersom geldt dat bij overlijden van de ex-partner het pensioen weer terugvalt bij de pensioengerechtigde.

Wanneer de pensioengerechtigde eerder stopt met werken, gaat het pensioen van de ex-partner ook meteen eerder in. Dit past wellicht niet in de financiële planning omdat de bijdrage juist later voor de ander pas nodig is. Bij uitkering wordt het pensioen meteen belast en dat kan ongunstig zijn. In overleg en met toestemming van het pensioenfonds kan ook gekozen worden voor conversie. Conversie betekent dat het pensioen wordt gesplitst en dat beide partijen een van elkaar onafhankelijk pensioenrecht hebben, waarop zij beiden apart aanspraak kunnen maken op het moment dat hen uitkomt.

AOW
AOW is een persoonlijk recht van beide partners en valt niet onder de verevening. U kunt derhalve geen aanspraak maken op de AOW van uw ex-partner.

Mededeling en afwikkeling
Als de echtscheiding achter de rug is, moet u dat binnen twee jaar melden bij de pensioenuitvoerder. Ieder van de ex-echtgenoten kan melding doen onder overlegging van bepaalde stukken en een speciaal daarvoor ontwikkeld formulier ‘Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen’.

Wanneer de echtscheiding niet binnen twee jaar wordt gemeld bij de pensioenuitvoerder, dan wordt het aan de ex-partner toekomende deel niet later rechtstreeks als pensioen uitgekeerd. De pensioenuitvoerder weet immers niet dat er sprake is van een echtscheiding of verevening. In dat geval dient de ex-partner die pensioen ontvangt rechtstreeks tot uitkering over te gaan van het pensioendeel dat de ander toekomt. Weigert de pensioengerechtigde pensioen af te dragen, dan kan dit bij de rechter worden afgedwongen.

Gescheiden tussen 27 november 1981 en 30 april 1995 (Boon/ Van Loon)

Vóór 1995 werd de verdeling van pensioenrechten bij scheiding niet in de wet geregeld. Tot 1981 bestond over het algemeen geen of slechts een beperkt recht op het pensioen van de ander. Op 27 november 1981 heeft de Hoge Raad echter bepaald dat opgebouwde pensioenrechten tijdens het huwelijk bij echtscheiding onderling verrekend moeten worden. Deze uitspraak is bekend geworden als het Boon/ Van Loon arrest.

De uitwerking van het Boon/ Van Loon arrest is echter anders dan bij verevening volgens de nieuwe wet. De Hoge Raad kende een recht toe op verrekening bij echtscheiding van het tot dan toe opgebouwd pensioen. Er ontstond hiermee recht op een geldbedrag ter hoogte van de helft van het pensioen dat tijdens het huwelijk was opgebouwd. In principe diende dit bedrag echter meteen bij echtscheiding ‘contant’ te worden uitbetaald. De pensioenuitvoerder staat hier volledig buiten.

Partijen konden ook in deze periode de zaken zelf regelen zoals zij dat zelf wilden. Bij echtscheidingsconvenant kon ook uitsluiting van verrekening van het pensioen worden overeengekomen, of, in plaats van meteen af te rekenen, kon de afspraak worden gemaakt dat pas wanneer het pensioen tot uitkering komt werd doorbetaald. Dit laatste kwam vaker voor als er geen geld was om de aanspraak af te kopen op het moment van scheiding.

Hebben partijen echter niets geregeld, kan er nu nog steeds aanspraak bestaan op een deel van het pensioen van de ex-partner. Of aanspraak gemaakt kan worden op een deel van het pensioen bij een echtscheiding in deze periode hangt af van drie voorwaarden:

  • Er is ouderdomspensioen opgebouwd op het moment van de scheiding;
  • Partijen waren getrouwd in gemeenschap van goederen;
  • Bij de scheiding is geen (of niet volledig) rekening gehouden met de Boon/ Van Loon regels.

Wordt aan deze voorwaarden voldaan, dan kan er alsnog aanspraak worden gemaakt op het onverdeelde pensioen. Deze vordering verjaart niet en kan ook vele jaren later, zelfs na pensionering, worden ingesteld.

De rechtspraak stelt echter wel de eis dat de termijn waarbinnen het pensioen wordt opgeëist redelijk moet zijn. In bepaalde gevallen kan de rechter bepalen dat het recht op pensioen is verwerkt en niet meer kan worden geclaimd. Als het bijvoorbeeld al jaren eerder bij partijen bekend was dat er pensioenverrekening zou moeten plaatsvinden, wordt het niet redelijk geacht dat er pas na pensionering aanspraak hierop gemaakt wordt.

Hoe kan Bowmer & Nuiten u helpen?

Op dit moment bereiken veel mensen, die gedurende de periode 1981-1995 zijn gescheiden, de pensioengerechtigde leeftijd. Wellicht heeft u destijds niet stil gestaan bij de consequenties van de echtscheiding voor het pensioen en is er daardoor nog steeds mogelijk sprake van een recht op pensioen dat verdeeld kan worden. Of u heeft het juist wel geregeld, maar een partij werkt niet mee aan de inmiddels vele jaren geleden overeengekomen afspraken of stelt dat deze anders ingevuld moeten worden dan u voor ogen had.

Komt u hier in onderling overleg niet uit, dan moet de rechter er aan te pas komen om te bepalen wat de aanspraken zijn en waar in redelijkheid een beroep op moet worden gedaan. Bowmer & Nuiten heeft al veel ervaring met pensioenkwesties en geschillen na de echtscheiding. Wij procederen regelmatig voor, maar ook tegen, partijen die later alsnog aanspraak maken op tijdens het voormalig huwelijk opgebouwde pensioenrechten.

Voor meer informatie over pensioen en echtscheiding kunt u contact opnemen met Maria Bowmer.

Neem contact op